Pijnbeleving en pijnstilling

Bevallen doet pijn, daar kan je niet omheen. Hoe je met de pijn omgaat tijdens je bevalling is vooraf niet in te schatten, elke bevalling is anders en elke vrouw is anders. Wij zullen je hierin coachen en ondersteunen. Dit doen we onder andere door:

  • continue begeleiding;
  • uitleg te geven over het verloop van de bevalling;
  • te luisteren naar je wensen en eventuele vragen of zorgen;
  • het vooraf opstellen en bespreken van jullie persoonlijke geboorteplan;
  • uitgebreide informatie te geven over pijnbeleving en pijnbestrijding;
  • het geven van tips om de pijn te verlichten tijdens de bevalling;
  • je te steunen op de momenten dat je dat nodig hebt;
  • het zo goed mogelijk af stemmen van onze zorg op jullie wensen;
  • het regelen van pijnbestrijding als je dat graag wilt;
  • met je mee te gaan naar het ziekenhuis wanneer dit nodig is.

Natuurlijke pijnbestrijding
Je lichaam maakt tijdens een bevalling endorfines aan, dit zijn pijnstillende hormonen. Ontspanning is belangrijk voor de aanmaak van endorfines: hoe beter jij kunt ontspannen, des te meer endorfines je aanmaakt. Veel endorfines betekent sterkere lichaamseigen pijnstilling. Voor veel vrouwen werkt een warme kruik en een rustige en warme omgeving om te kunnen ontspannen. Daarnaast zijn er de volgende mogelijkheden voor pijnverlichting:

Medicinale pijnbestrijding
Wanneer de bovenstaande middelen niet voldoende werken, zijn er medicinale opties mogelijk. Dit betekent wel dat we je altijd moeten overdragen aan de klinisch verloskundige of de gynaecoloog van het ziekenhuis. Medicijnen gaan altijd voor een deel via de placenta door naar je kind. Voordat je iets voor de pijn krijgt, moet er daarom altijd een hartfilmpje van je baby gemaakt worden om te zien of deze in een goede conditie is om pijnbestrijding te kunnen krijgen.
De keuze om gebruik te maken van medicinale pijnbestrijding ligt geheel bij jou. Je kunt in je bevalplan aangeven of je graag pijnstilling wilt en welke mogelijkheid je voorkeur heeft. In de zwangerschap krijg je van ons al informatie over pijnbestrijding. Uiteindelijk kiest de gynaecoloog in overleg met jou welke vorm van pijnstilling je krijgt.
Er zijn 2 opties voor pijnstilling:

  • Remifentanil;
  • ruggenprik (epiduraal).

Remifentanil
Het middel Remifentanil is een morfineachtige stof, die wordt toegediend via een infuus (een slangetje in de arm), dat vastzit aan een pompje.
Je kunt zelf met een drukknop de hoeveelheid Remifentanil bepalen die je krijgt. Het pompje is zo afgesteld dat je jezelf nooit teveel kunt geven.

De conditie van het kindje moet van te voren beoordeeld worden door het maken van een hartfilmpje. Dit hartfilmpje (CTG) maken duurt ongeveer 30-45 minuten.
Als de arts het hartfilmpje er goed uit vindt zien kun je het medicijn toegediend krijgen.
We dragen de zorg dan over aan de verloskundige van het ziekenhuis die je bevalling verder zal begeleiden. Wel kunnen wij bij de bevalling aanwezig blijven mocht je dit prettig vinden.

Voordelen van Remifentanil:

  • Remifentanil werkt zeer snel namelijk binnen 10 minuten;
  • Remifentanil kan dag en nacht door de verpleegkundige op de verloskamers worden gegeven;
  • Remifentanil haalt de ergste pijn weg, maar zorgt er niet voor dat je niks meer voelt;
  • Wanneer de medicatie wordt stopgezet zijn de bijwerkingen binnen enkele minuten verdwenen.

Nadelen van Remifentanil:

  • Remifentanil kan van invloed zijn op je ademhaling en op de hoeveelheid zuurstof in je bloed. Er is een kleine kans op ademstilstand bij de moeder;
  • Je krijgt een zuurstofmetertje om je vinger. Mochten de zuurstofwaardes verlaagt zijn dan kan het zijn dat je wat extra zuurstof krijgt;
  • Je krijgt een bloeddrukband om je arm en om de 15 minuten worden je bloeddruk en pols gemeten;
  • Je kunt suf en misselijk worden. Door de sufheid hebben sommige vrouwen het idee dat ze de bevalling niet helemaal meemaken;
  • Ook kan de baby wat rustiger en suffer worden;
  • Remifentanil werkt een beperkte tijd, ongeveer 4 uur.

Ruggenprik/epiduraal
Een ruggenprik is een van de bekendste pijnstillingen voor tijdens de bevalling. Dit kan alleen in het ziekenhuis door een anesthesist gegeven worden. De anesthesist brengt onder plaatselijke verdoving een naald aan in je rug en via deze naald wordt een dun slangetje ingebracht. Vervolgens wordt de naald weer verwijderd en wordt het slangetje vastgeplakt op je rug. Door dit slangetje krijg je pijnstillende medicijnen toegediend die binnen 20-30 minuten werken. Het slangetje kan gedurende de gehele bevalling blijven zitten.
De meeste mensen voelen dan nog maar heel weinig van ontsluitings- en persweeën.

Voordelen ruggenprik:

  • 95% van de vrouwen voelt helemaal geen pijn meer tijdens de weeën;
  • Voor zover bekend heeft een ruggenprik geen blijvende nadelige gevolgen voor de baby;
  • Je wordt niet slaperig of suf van een ruggenprik en maakt de bevalling dus helemaal mee.

Nadelen ruggenprik:

  • De tijd tussen het moment van de wens voor een ruggenprik tot het ervaren van de pijnstilling is gemiddeld anderhalf uur; daardoor is het bij een al wat verder gevorderde baring niet altijd meer mogelijk om een ruggenprik te krijgen;
  • Heel soms werkt een ruggenprik maar aan één kant;
  • Bij ongeveer 5% van de vrouwen wordt de pijn niet of nauwelijks minder. Dat kan komen door de plaats waar de naald is ingebracht en de dosering van de medicijnen. De ruggenprik wordt dan soms opnieuw uitgevoerd;
  • De weeën zwakken vaak wat af en moeten hierdoor met medicijnen worden ondersteund;
  • De bevalling, vooral het persen, duurt langer. Daardoor heb je meer kans op een bevalling met een zuignap/vacuümverlossing;
  • Je mag je bed niet uit, omdat je minder of geen gevoel in je benen hebt. Dat komt langzaam weer terug nadat de toediening van medicijnen is stopgezet. Bij een lage dosering heb je meer gevoel in je benen en kun je soms staan en lopen;
  • Er wordt een infuus ingebracht, om te voorkomen dat je een te lage bloeddruk krijgt;
  • Meestal krijg je een blaaskatheter omdat je door de verdoving niet goed voelt dat je moet plassen. Na de bevalling wordt de katheter weer verwijderd;
  • Je lichaamstemperatuur kan stijgen door een ruggenprik. Het is dan lastig om te bepalen of dat door de ruggenprik komt of dat het om koorts gaat door een infectie. Soms krijg je dan voor de zekerheid antibiotica. Er is een kans dat je kind na onderzoek door de kinderarts wordt opgenomen op de kinderafdeling en ook wordt behandeld met antibiotica;
  • Je kunt jeuk krijgen. Deze kan goed behandeld worden door de samenstelling van de medicijnen aan te passen.